Koplopers en meesterknechten.
Wanneer is de publieke sector eigenlijk begonnen met zichzelf te prijzen? De reclamewereld stond er altijd om bekend: het uitdelen van prijzen aan elkaar. Hele avonden waarin Effies, Gouden en Loden Leeuwen en ontelbare andere prijzen aan elkaar werden toegekend. Zo’n prijzenfestival is een beetje onnederlands en stiekem hartstikke leuk. Het is het carnaval van de publieke zaak: eens per jaar stappen we uit de ‘doe maar gewoon’ rol en vieren we het bijzondere van het publieke werk. Wie niet in de prijzen valt, kan zichzelf altijd nog koploper noemen. Dankzij de ranglijsten van ‘waar staat jouw gemeente’ kun je al snel vinden op welk gebied jouw gemeente uitblinkt. Is koploper niet helemaal haalbaar, dan kun je nog altijd zeggen dat jouw gemeente zich in de kopgroep bevindt. Er staat immers nergens vastgelegd hoe groot een kopgroep mag zijn.
Enigszins onderbelicht in deze metafoor van koplopen, is dat koplopen knechtenwerk is. Je vangt de meeste wind, doet het werk voor de ‘kopman’ in de ploeg en uiteindelijk worden de prijzen (na een lange en zware ontsnapping) vaak toch verdeeld bij een massasprint.
Met die aspecten van kop lopen in het achterhoofd, willen wij graag pleiten voor de prijs ‘meesterknecht’. Welke publieke professional of organisatie heeft andere maatschappelijke organisaties of professionals zo naar de finish gebracht, dat zij konden uitblinken? Welke gemeente heeft bijvoorbeeld mantelzorgers het allerbeste ‘ontzorgd’? Welke publieke professional heeft zijn of haar harde lessen het meest open (en kwetsbaar) ontsloten voor collega’s, zodat zij ervan kunnen leren? Voor 2015 kun je denken aan Pieter Hilhorst, vanwege zijn boek ‘De Belofte’ waarin een hoop knechtenwerk wordt gedaan voor een nieuwe generatie lokale bestuurders.
Wij zijn alvast zeer benieuwd wie Meesterknecht 2016 wordt.
Contact: henk@knapacademie.nl